Een veilige school

Gedragsprotocol, gedragsregels en de stopmethode

Het team van basisschool De Sprankel wil ervoor zorgen dat elk kind zich veilig kan voelen op school. Samen met de kinderen maken we dan ook in het begin van elk schooljaar per groep afspraken hoe we op een goede manier met elkaar om wensen te gaan. Deze afspraken (gedragsregels) worden zichtbaar gemaakt middels tekeningen en teksten, die in de klas worden opgehangen en zij vormen ons gedragsprotocol. Aan elk kind wordt gevraagd te laten zien d.m.v. handtekening, vinger- of handafdruk dat het zich wil houden aan de gedragsregels.

We leren onze kinderen hoe ze via de “STOP-methode” aan kunnen geven dat ze zich niet meer prettig bejegend voelen. Als een kind het gedrag van een ander kind als vervelend ervaart, geeft het een STOP-teken met de hand en zegt “STOP”. Een STOP betekent op onze school een onvoorwaardelijk STOP. Onze kinderen weten dat! Gaat een kind door de ‘stop’ van een ander kind, dan meldt dit laatste kind dit bij de leerkracht / surveillant. Deze roept beide kinderen bij zich en geeft hen te kennen dat zij samen een probleem hebben. Hij vraagt hen dit samen op een rustig plekje uit te praten / op te lossen en als dit gelukt is dit bij hem/haar te komen melden. De volwassene neemt het probleem dus niet over van de kinderen, maar stimuleert hen dit samen op te lossen. Als beide kinderen komen melden dat ze hun probleem hebben opgelost, vraagt de leerkracht bij beide kinderen na of het voor ieder ook daadwerkelijk is opgelost. Meestal is dat het geval en kunnen de kinderen in goede onderlinge verstandhouding verder. Zo niet, dan is er mogelijk meer aan de hand en maakt de leerkracht met beide kinderen een afspraak om dieper op de zaak in te kunnen gaan.

Indien een kind herhaaldelijk door de ‘stop’ van een ander gaat, wordt door de groepsleerkracht contact opgenomen met de ouders. Indien nodig kan ook een gesprek volgen met intern begeleider of directeur.