Zorg voor de kinderen

Leerlingvolgsysteem

Om goed te kunnen zien hoe de kinderen zich ontwikkelen, gebruiken wij het leerlingvolgsysteem. Voor lezen, spelling, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling worden aparte toetsen afgenomen. De gegevens van de toetsen worden door de leerkrachten verwerkt in het geautomatiseerde CITO-leerlingvolgsysteem. De interne begeleider heeft de coördinatie.De uitslag wordt in een groepsbespreking besproken door de interne begeleider en de groepsleerkracht. Aan de groepsleerkracht wordt doorgegeven welke leerlingen extra hulp of begeleiding nodig hebben. Samen met de leerkracht wordt bekeken welke hulp er geboden zal worden.Daarbij wordt gebruik gemaakt van het materiaal uit de orthotheek. De extra begeleiding wordt vastgelegd in een handelingsplan, dat 3 keer per jaar met de rapporten wordt geëvalueerd.Bij de groepsbespreking is de leiding in handen van de interne begeleider. Als er meer zorg nodig is, kan de intern begeleider samen met de leerkracht advies inwinnen bij het zorgteam van WSNS of een onderzoek aanvragen bij de schoolbegeleidingsdienst Giralis. Deze kan naast het doen van onderzoek ook adviezen geven aan de school.

Rapportage en oudergesprekken

De leerkrachten van de groepen 1 en 2 houden de ontwikkeling van de kinderen bij door middel van observaties en het afnemen van de citotoetsen Taal voor Kleuters en Ordenen.Deze gegevens worden verwerkt in een verslag en op de ouderavond met u besproken. Voor de kinderen van groep 1 doen wij dit twee keer per jaar en voor de kinderen van groep 2 drie keer per jaar.In groep 3 t/m 8 krijgen de kinderen 3 keer per jaar een rapport: in oktober een rapport over welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling. In januari en in juni/juli tevens een rapport over de vak- en vormingsgebieden.De rapporten geven een duidelijk beeld van de ontwikkeling van het kind. Naast het rapport zijn er de rapportgesprekken (drie maal per jaar). De ouders kunnen de gegevens van het rapport dan nog eens rustig met de leerkracht doornemen.Gesprekken met de leerkrachten van de groepen 1 t/m 8 zijn dagelijks mogelijk na 14.00, behalve op dagen waarop er een teamvergadering plaatsvindt. Een afspraak is wenselijk i.v.m. de voorbereiding van het gesprek.

Registratie

Alle gegevens die verzameld worden via rapporten en toetsen worden bewaard in leerlingdossiers. Hierin staan ook belangrijke zaken uit leerlingbesprekingen en oudergesprekken. De dossiers gaan telkens mee naar de volgende leerkracht. Bij de overgang naar een nieuwe groep worden ze door de leerkrachten besproken. Uiteraard worden deze dossiers zorgvuldig bewaard.

Remedial Teaching

Remedial Teaching wordt op onze school in de groep verzorgd door de leerkracht zelf. Deze begeleiding vindt plaats in goed overleg met de Intern Begeleider. De leerkracht signaleert de achterstand.Dit kan gebeuren door observatie, toetsverslagen, schriftelijk werk, enz. Samen met de Intern Begeleider wordt de diagnose gesteld en een handelingsplan gemaakt om de remediëring op te starten.De Intern Begeleider adviseert en begeleidt tijdens dit proces.Het gebeurt wel eens dat ouders op eigen initiatief hun kind, buiten het schoolaanbod om, extra Remedial Teaching (RT) willen bieden. De school adviseert deze ouders om deze RT buiten de schooltijden te laten plaatsvinden, zodat het leerproces in de school niet nodeloos wordt verstoord.Indien deze mogelijkheid niet aanwezig is, zal de extra RT onder schooltijd plaatsvinden, maar wel steeds in goed overleg met de groepsleerkracht, zodat gezamenlijk gezocht kan worden naar het meest geschikte moment. Samen met de buitenschoolse RT-er kan overleg plaatsvinden over aangepaste programma’s om te komen tot een optimale afstemming van elkaars activiteiten.Zonodig kunnen ook tijdens schooltijd bepaalde programma’s, die met de buitenschoolse RT-er zijn voorbereid, door de betreffende leerling worden uitgewerkt. De school streeft naar een zo goed mogelijke samenwerking waar het gaat om het kind – ”ons kind”.

Bij ernstige problemen

Soms zijn leer- of gedragsproblemen zo groot dat er een deskundig onderzoek nodig is. Om dit uit te kunnen voeren, moeten ouders hiermee akkoord gaan.Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Onderwijsbegeleidingsdienst (OBD). Uit zo’n onderzoek kan naar voren komen, dat het voor het kind beter is om naar een speciale school voor basisonderwijs te gaan.Hier wordt met kleine groepen gewerkt en de leerkrachten zijn extra geschoold. De procedure die volgt op het advies wordt dan met de ouders besproken.

Aannamebeleid van leerlingen met extra zorg

Ouders/verzorgers van kinderen met een bepaalde handicap moeten met ingang van 1 augustus 2003 allereerst naar een commissie (commissie van indicatiestelling), die bepaalt (geeft een beschikking af) of een kind een dusdanige handicap heeft, dat er extra financiën ter beschikking worden gesteld.Dit noemen we: het rugzakje of de leerlinggebonden financiering. Een ouder/verzorger met een positieve beschikking kan zelf kiezen, waar hij/zij het kind met de handicap wil aanmelden: op een speciale of een gewone basisschool.Op onze school wordt bij aanmelding van een leerling met een handicap een speciale procedure gevolgd. Dezelfde procedure geldt overigens ook voor kinderen met een positieve beschikking van de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) van ons samenwerkingsverband WSNS en bij terugplaatsing van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs.

Procedure

Allereerst verzamelt de school alle relevante gegevens van en informatie over het aangemelde kind.Op basis van deze inventarisatie wordt beoordeeld of de school in staat is een passend begeleidingsaanbod te doen. Hierbij staan het belang van het kind én de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen centraal.De school zal bij de beantwoording indien nodig gebruik maken van externe hulp: Regionale Expertise Centra (REC) en/of van mogelijkheden die het samenwerkingsverband WSNS biedt. Alvorens de directie een besluit tot toelating of weigering neemt, wordt het gehele team gehoord.We moeten er immers vanuit gaan, dat het kind gedurende de hele basisschoolperiode op onze school onderwijs zal volgen. Als u meer informatie wenst, kunt u bij de schoolleiding het beleidsplan “Aannamebeleid van kinderen met een handicap op de scholen van Optimus” opvragen.

Voortgezet onderwijs

Van basisschool naar voortgezet onderwijs is een hele stap. Daarom wordt al in oktober in groep 8 een informatie-avond gehouden. De onderwerpen die in workshops aan de orde komen zijn:

  • de C.I.T.O.-eindtoets (Centraal Instituut voor Toets-ontwikkeling)
  • de totstandkoming van het schooladvies
  • informatie over het Voortgezet Onderwijs
  • ervaringen van enkele ouders met betrekking tot de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs.

De leerlingen krijgen in groep 8 door het jaar heen informatie over de inrichting van het voortgezet onderwijs en welke typen scholen in Grave en omgeving aanwezig zijn. Als de kinderen de school verlaten, wordt er een onderwijskundig rapport opgesteld.Dit rapport bevat alle gegevens die voor de ontvangende school van belang zijn om het kind zo goed mogelijk vanaf de start te kunnen begeleiden.Dit rapport is een weergave van de inhoud van de gesprekken met de ouders.

De C.I.T.O.-eindtoets

In april wordt door alle kinderen van groep 8 de C.I.T.O.-eindtoets gemaakt. Dit is een toets die drie dagdelen in beslag neemt. De uitslag van deze toets laat de kans van slagen zien op de diverse schoolsoorten voor het voortgezet onderwijs.De kinderen krijgen de uitslag mee naar huis. Bij het tweede oudergesprek (maart) wordt het definitieve schooladvies aan de ouders gegeven.Het schooladvies is een zelfstandig advies en kan dus afwijken van het C.I.T.O.-advies. Het streven van het schooladvies is, om in goed overleg met ouders en kind, het kind op die plaats in het voortgezet onderwijs te brengen, waar het de meeste kans van slagen heeft.Het definitieve advies komt op het rapport te staan.De leerling wordt door de ouders aangemeld bij de betreffende school, eventueel via de Sprankel. Door middel van gesprekken en schriftelijke verslaggeving worden gegevens doorgespeeld aan de school voor voortgezet onderwijs. In de maand mei (of juni) bezoeken de kinderen een lesdag op hun nieuwe school en te midden van hun nieuwe klasgenoten doen zij dan de eerste ervaringen op.

Schoolresultaten

De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs en valt organisatorisch onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op de website van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl) vindt u onder meer de beoordeling van de inspectie over scholen, de zogenoemde Kwaliteitskaarten. De kaarten zijn er voor het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Selecteert u eerst een onderwijssoort voordat u één of beide velden invult.